Bang voor de bangigheid.
Dinsdag 20 oktober 2020
Ik ging gisteren naar de kapper om er een afspraak te maken maar mocht onvoorzien toch plaatsnemen in de kappersstoel omdat er ruimte was in de agenda. Normaal gezien ga ik, introvert als ik ben, niet makkelijk uitgebreid in dialoog met de kapster, en het mondmasker maakt het er niet makkelijker op. Maar deze keer was het anders. Het salon was leeg. Alleen zij en ik. De kapster was triest. Ze had maar twee klanten gehad vandaag. Niets om handen. 'De mensen zijn bang', zei ze me. 'De agenda is leeg, ook morgen en overmorgen. Dus heb ik alvast gedweild, en straks doe ik dat nog een keer.'
Ik loop door de stad en zie er de stoelen opgestapeld tegen mekaar leunen. Voor het eerst valt me de verweerde rode tape op, in kruisjes geplakt op de grijze tegels van het Martelarenplein. Ze markeren de lege plaats van de tafeltjes. Verweesd blijven ze achter. Mensen getooid met mondmaskers lopen over hen heen.
Ik bots op een bevriend koppel dat wat spullen komt kopen in Leuven. Ze zijn onderweg naar hun auto. Geen tas koffie voor ze naar huis gaan. Wel bezorgdheid. 'We gaan met het virus moeten leren leven', hoor ik hen zeggen. Zouden we echt niet slechts voor een seizoen of drie maar voor een jaar of drie vertrokken zijn?
Op weg naar huis hoor ik twee mannen praten op de trein. Ze hebben het over hun vrouw en schoonzus. De éne man is blij omdat zijn vrouw die dit weekend erg ziek was toch negatief testte voor Corona. De andere man is ongerust omdat zijn schoonbroer positief testte en dat gezin weldra een baby verwacht. Hij denkt hardop: 'Wat als hij niet mee mag naar het ziekenhuis voor de bevalling? Wat als zijn vrouw besmet raakt? Wat als de baby besmet raakt? Zou het virus even gevaarlijk zijn als CMV, je weet wel, dat virus waar een baby gehandicapt van kan worden?'
Een vrouw hoest en verontschuldigt zich. 'Ik wil je geruststellen, ik hoest, maar ik liet me testen en ik ben negatief. Ik durf bijna niet te ademen en doordat ik me inhoud moet ik nog harder hoesten.
De 'whatsapp'-groepen op mijn gsm flikkeren onophoudelijk groen. Ze lopen over van corona-conversaties: 'Iemand in mijn buurt testte positief. Ik laat me testen. Ik ben negatief. Oef!' Gezamenlijke groepszuchten weerklinken geruisloos in het midden van de nacht.
Tijdens een zoomgesprek met collega's die net als ik jongvolwassen kinderen onder hun vleugels hebben, staat het huilen ons nader dan het lachen. We hebben het over ons ouderschap dat plots een onverwachte wending neemt. We waren ze net aan het loslaten, onze gave gasten. Weet je wel? Ze zijn 18 en strekken hun vleugels uit om te proeven van zorgeloze vrijheid. Op kot, gezellig fladderen, van de éne vriendengroep naar de andere. Zonder te moeten kiezen. Vrijuit experimenteren, een lief, een fuif, gezellig samentroepen. Het broodnoodzakelijk sociale tanken als tegengewicht voor de lastige studeerdruk. Ze houden zich aan de maatregelen en proberen van dag tot dag te bestaan. Ze doen dat goed, zorgzaam, verantwoord en met de nodige paniekbuien. En hoe moet dat nu als ouder? Hoe begeleid je je grote kinderen in een tijd van acute perspectiefloosheid? Schreef iemand daar al een boek over?
Veel langer hoeft het niet te duren. Ik hoor het overal. Verzuchtingen van mensen die 'coronamoe' zijn.
Maar wat als het wél nog langer duurt? Hoe gaan we dat dan doen? Hoe zorgen we dat het sociale weefsel niet ontrafelt, hoe houden we elkaar vast? Hoe blijven we verbonden? Hoe blijven we op de hoogte van wat er écht speelt achter alle muren van huizen waar geen toevallige bezoekers meer binnenwippen. Hoe vaak niet delen we onze zorgen en bekommernissen, na een hele avond gezellig samen, weet je wel, zo helemaal op het einde van een gesprek -vaak na een glas wijn teveel- wanneer alles al gezegd is, behalve dat éne ding niet, datgene wat er écht toe doet.
Ik beluister een webinar over massavorming in tijden van angst. Ik hoor een interview over de twijfel. Ik merk dat we in een soort van neerwaartse spiraal zitten en vraag me af, hoe houd ik stand? Ben ik wel opgewassen tegen deze daverende lawine van lamgeslagenheid?
Ik adem moeizaam. Bij elke ademhaling voel ik het. Ik ben bang voor de bangigheid. Hoe wapen ik me tegen de perspectiefloosheid van de jeugd? Hoe breng ik licht en luchtigheid? Hoe houden we elkaar vast? Hoe bieden we troost in tijden van troosteloosheid? Hoe klaren we samen de mist op? Hoe ontwarren we de warrigheid? Hoe ontbangen we de bangheid? Hoe verblijden we ons bestaan? Hoe ruggensteunen we onze jongeren? Hoe dragen we onze ouderen? Hoe helpen we elkaar om het vol te houden?
Binnen én buiten. Alleen en samen. Thuis en op het werk. In het kleine en in het grote. Ten gunste voor het grotere geheel dat we 'ons leven' noemen...
-
Ontwarren, dat is zo'n beetje mijn specialiteit aan het worden. Ik doe dat door te luisteren, in- en uit te zoomen en te scriben, tekenend aanwezig zijn. Wil je graag iets ontwarren, klein of groot, laat me dan iets weten via mail. Ik beluister je vraag via zoom en kijk hoe ik je kan helpen.